Over een laatste groet met pannen en pollepels

ARGUS NR.101, 27 APRIL 2021

Twee korte interviews behorend bij het verhaal Het Slotakkoord van Bob Frommé over de trend in uitvaartmuziek.

Wie was hij eigenlijk?

‘Ik zou het echt niet weten’, zegt Janieke Bruin-Mollenhorst (32) op de vraag welke muziek er gespeeld gaat worden op haar uitvaart. ‘Ik laat mijn man kiezen. En ik hoop dat hij kiest voor livemuziek.’

Zover is het gelukkig, naar we mogen aannemen, nog lang niet. Maar Janieke heeft zich de afgelopen jaren wel intensief beziggehouden met uitvaartmuziek. Ze hoopt in de herfst haar proefschrift daarover te verdedigen aan de Universiteit van Tilburg. Ze heeft onderzocht hoe uitvaartmuziek zich verhoudt tot de manier waarop we in Nederland met de dood omgaan.
‘Vroeger’, legt ze uit, ‘was een begrafenisceremonie vooral gebonden aan de zuil waartoe je behoorde en de muziek was religieus of klassiek. Daarna kreeg je het lopendebandwerk van 45 minuten in het crematorium: aula in, tijd voor drie stukken muziek, dankwoord, aula uit, koffie met cake. Tegen het einde van de vorige eeuw brak het besef door dat die gang van zaken geen recht deed aan de persoon van de overledene. Sindsdien ligt daar steeds meer de nadruk op: wie was hij of zij eigenlijk? En dat wordt ingekleurd met verhalen, foto’s en passende muziek. De betekenis daarvan is ook het na diens dood voortzetten van de relatie met de overledene (‘Afscheid nemen bestaat niet’). Met objecten, zoals wat as in een sieraad. Met je later nog eens afvragen: hoe zou hij of zij dat hebben gedaan? Maar ook met het terugluisteren van de favoriete muziek.’

De functie van muziek bij de uitvaartplechtigheid zelf is divers. Klanken op de achtergrond markeren het begin en eind van de dienst. Gedraaide of gespeelde nummers roepen herinneringen op of bieden troost. En er worden liedjes gekozen die aansluiten bij de woorden van een spreker. Janieke: ‘Het gaat daarbij vaak om de titel of een klein stukje van de tekst. De rest van het lied is niet per se relevant. Waar je voor moet waken is dat het verdere verloop van de tekst niet haaks staat op wat je beoogt want dan gaan de aanwezigen zich afvragen of je daar misschien iets mee bedoelt.’

Janieke Bruin studeerde orgel aan het conservatorium. Toen ze daarna cultuurwetenschappen ging doen in Tilburg en geconfronteerd werd met zingevingsvraagstukken, wakkerde die combinatie haar interesse aan voor uitvaartmuziek. Voor haar promotieonderzoek woonde ze veel uitvaarten bij om te zien wat er nu echt gebeurde. ‘Daar sta je soms van te kijken. Bijvoorbeeld die keer dat een aantal aanwezigen in de aula naar voren kwam met potten, pannen en pollepels en op de maat van een karaokenummer mee ging slaan. Het bleek de band waar de overledene in had gezeten.’ Janieke zag ook nabestaanden proosten met champagne; een gevuld glas op de kist: het afscheid van een fuifnummer. Daarover gesproken heeft ze er nog één. ‘Ik was bij een dienst met uitsluitend lawaaiige hoempamuziek. Op het eind werd het doodstil toen het gevoelige moment aanbrak dat de aanwezigen langs de kist mochten lopen voor een laatste groet. Maar plotseling werd de stilte verbroken door een snoeihard jippiejajee-feestnummer. Van die dingen.’

 

Een doedelzak snijdt door alles heen

‘Ontroerend en indrukwekkend.’ ‘Het sneed ons door de ziel’. ‘Het liet niemand onberoerd’. In het gastenboek op de website van doedelzakspeler Denny Myles (37) voert het woord ‘kippenvel’ de boventoon. Denny speelt bij feestelijke gelegenheden maar trekt ook vijftig keer per jaar zijn kilt aan voor het begeleiden van uitvaarten.

Zijn muzikale loopbaan begon ooit met een grap van zijn van oorsprong Schotse vader. ‘Willen jullie doedelzak leren spelen?’, vroeg hij zijn vier zoons. Drie van hen kregen het instrument onder de knie; nummer vier werd trommelaar. De jongens vormden later samen de Myles Brothers. ‘We hadden’, vertelt Denny, ‘een website die was gericht op het opluisteren van feesten en partijen. Op een dag vroeg iemand me om te spelen op de uitvaart van zijn moeder. Dat had ik nooit gedaan maar het maakte iets los. Zo is het acht jaar geleden begonnen.’
Er bleek behoefte aan het doorbreken van gezapige uitvaarttradities en het spelen op begrafenissen en crematies werd zijn core business. Denny: ‘Rijk word ik er niet van maar als ik de hypotheek kan betalen en ook eens op vakantie, ben ik tevreden.’

Wat voor lieden huren hem in? ‘Natuurlijk mensen van Schotse origine maar ook nabestaanden die eens iets heel anders willen. Originele muziek in de aula. Of tijdens de tocht van de kerk naar de begraafplaats. Dat is vaak een stil moment; daar maakt doedelzakmuziek iets bijzonders van.’ Het is soms wel even wennen. Een nabestaande in het gastenboek: ‘Bij de eerste noten die je speelde dacht ik, waarom heb ik dit gedaan? Want een doedelzak snijdt door alles heen, maar daarna viel het helemaal op z’n plek.’

Myles heeft in zijn repertoire de geëigende uitvaartmuziek. ‘Amazing Grace wordt nog altijd veel gevraagd. Maar er zijn ook mensen die zeggen: dat nou juist niet! Ze komen met verzoeknummers. Prima. Ik heb meestal een dag of drie voorbereidingstijd. Niet alles kan op doedelzak maar ik kom er altijd wel uit. Dat geeft me energie. Net als die keer dat ik speelde met een koor op een Molukse uitvaartdienst.

Hoe heftig zijn muziek binnenkomt, ervaart Denny vaak. Laatst nog, op een begrafenis in Hoogeveen. ‘Daar was een stel stoere pubers, kleinkinderen van de overledene. Toen ik ging spelen, begonnen ze allemaal te huilen.’
Denny werkt door heel Nederland dus hij zit veel in de auto. ‘Maar dat is geen probleem. Koffie mee en de radio liefst op een programma met humor. Ik lach graag een beetje onderweg’.