Over een zoetsappige dictator

ARGUS NR 69 7 JANUARI 2020

Onderaan de ladder

Toen ik in 1968 van de mulo kwam, wilde ik meteen de journalistiek in. De hoofdredacteuren bij wie ik solliciteerde zagen wel wat in me, maar namen me ‘na ampel beraad’ niet aan. Ze adviseerden me vaderlijk en eensgezind om eerst de middelbare school te doen. Goed punt, al zag ik dat toen niet. Omdat ik de dagschool beu was, ging ik naar het atheneum op het Tilburgs Avondcollege. Vier jaar lang drie avonden in de week naar school.
Overdag ging ik werken. Een advertentie in de krant zocht een administratief medewerker bij een handelskantoor. Ik solliciteerde en mocht op gesprek komen bij de chef. Het was een kleine, dikke, wat kortademige man die sigaren rookte. Dwars door de zoetsappigheid waarmee hij mij bejegende, zag ik de driftige dictator schemeren. Hij wilde me wel hebben, begreep ik al gauw. En toen het onderwerp salariëring aan de orde kwam, vroeg hij me wat ik wilde verdienen. Ik had geen idee en informeerde wat hij me dacht te bieden. Nee, zo ging dat niet: het openingsbod moest van mij komen. Na wat heen- en weergepraat, waarin hij voet bij stuk hield, besloot ik in arren moede – want ik was niet gewend hem bij mijn zaken te betrekken – mijn vader te bellen. Dat was nog niet zo eenvoudig want wij hadden geen telefoon. Ik moest dus bellen naar kaartvrienden van mijn ouders verderop in de straat, die mijn vader gingen halen.
Hij wist het ook niet. Na wat ruggenspraak met de buurman, die in een magazijn werkte en wat jongens onder zich had, kwam er toch een bedrag uit de hoge hoed. Wat het was weet ik niet meer. Toen ik dat voorlegde aan de chef, glimlachte die hoofdschuddend. Daar kon geen sprake van zijn. Hij deed een tegenzet met 225 gulden in de maand en ik zei meteen ja. Hij deed goede zaken, die avond.
Zo werd ik werknemer. Het beviel me. Het werk stelde niks voor maar de collega’s waren aardig en de sfeer was goed. De dikke chef bleek een onaangenaam mens maar dat schiep op de afdeling een band. Na een maand of vijf verscheen hij op een ochtend niet op kantoor en we zagen hem nooit meer terug. Betrapt op het frauduleus bijspijkeren van zijn inkomen ten koste van de ondernemingskas. Zijn opvolger verhoogde kort na zijn aantreden mijn salaris ongevraagd naar 325 gulden. Binnen een half jaar in één klap 44 procent opslag. Dat is me later nooit meer overkomen.