Over elpees met kattenhaar

ARGUS NR. 97, 2 MAART 2021

Drie mini-interviews, behorend bij het verhaal ‘Hij is weer helemaal cool, die goeie ouwe elpee’ met cijfers over de verkoop van elpees sinds de revival van het vinyl.

Krasjes en ruis? Valse nostalgie!

Cyriel Pluimakers (62)
Concertorganisator
Utrecht

‘Vinyl is vinyl niet meer. Vroeger was dat schoon kunststof, een uitstekende manier om muziek mee te verspreiden. De comeback van de elpee is een marketingtool van muziekuitgevers. Het vinyl is meestal gerecycled; de kattenharen en andere rommel wordt erin mee geperst. Dat hoor je. In Japan kun je nog nieuwe elpees vinden van schoon vinyl en ook hier en daar in Duitsland. Maar in het algemeen geldt dat ik liever een tweedehands plaat heb dan dezelfde muziek op een nieuwe.
Ik heb tegen de tienduizend elpees, meer cd’s en ook nog eens veel muziek digitaal. Allerlei genres. Een heleboel jazz maar ook klassiek, wereldmuziek, blues. Bijna dronken mannen met een gitaar in de jaren dertig, dat soort mooie dingen. Ik zou er een goede prijs voor kunnen krijgen maar ik wil dat spul niet kwijt. Het gaat er ook niet om of je het allemaal draait; je omringt je ermee. Mijn leven draait om muziek, eigenlijk al vanaf het moment dat de hormonen gingen werken.
Ik hou van het geluid van vinyl. Het is warmer, natuurlijker dan dat van de cd. Van freaks hoor je wel dat de krasjes en de ruis erbij horen maar dat is valse nostalgie. Muziek moet schoon klinken. En het is niet waar dat je elpees niet schoon kunt houden maar het komt heel nauw. Je moet er voorzichtig mee omgaan en investeren in een kostbare draaitafel. De snelheid moet perfect zijn – vaak niet het geval bij goedkope apparatuur – en de onderdelen in balans, de toonarm, de ophanging ervan, de naald die de hobbeltjes in de groeven leest. Als je het akoestische principe hoort denk je: dat gaat nooit lukken. Maar het lukt wel. Wonderbaarlijk.’

 

Snacken vs een driegangendiner

Rob Joosten (40)
Eigenaar deplatenverzamelaar.nl
Oudenbosch

‘Uriah Heep, Black Sabbath, The Stones. Op mijn veertiende kreeg ik een stapel elpees van de vader van een vriendinnetje. Daarna ging ik zelf kopen. De cd was aan zijn opmars bezig en tweedehands elpees werden spotgoedkoop. Dezelfde muziek voor vijf gulden tegen veertig op cd. En wat is zo’n plastic schijfje nou? Een elpee met een mooie hoes, dan heb je tenminste iets in handen. Echte freaks zijn ook lyrisch over de geluidskwaliteit. In alle eerlijkheid: op gemiddelde apparatuur hoor je het verschil niet, buiten het gekraak dan. Maar het gaat om het gevoel. Een muziekje overdag in de auto op MP3 is snacken; ’s avonds vinyl op de draaitafel is een driegangendiner.
Ik verzamelde als een gek; wilde alles compleet hebben. Maar op zeker moment was dat over. Toen ben ik slim gaan verkopen. Deed een collectie van de hand en kocht daarvoor vier dure elpees terug. Zo ben ik de handel ingerold. Vijf jaar geleden heb ik de stap genomen naar fulltime handelaar in vinyl. Ik kan ervan leven; sta nu bekend als De Platenverzamelaar. Ik kom per jaar op zeventig beurzen in heel West-Europa. Dan zie je dat er meer van die gekken zijn. Je komt ze overal tegen. Als je ze twee weken niet ziet, ga je bij ze thuis langs om te kijken of ze nog leven.
Ik heb zelf 2500 elpees; er zijn jongens die er vijftigduizend hebben. Ben je gek, die draai je niet allemaal. Je koopt voor de heb. Je zoekt die ene witte elpee van de Beatles uit 1969. Als je die vindt, dat is de kick.
Die revival van vinyl, dat is wel een ding. Je hobby is meteen een stuk minder exclusief maar voor de handel is het mooi.’

 

In the summertime

Maarten Eilander (64)
Geluidstechnicus
Amsterdam

‘Wat ik tegen vinylfreaks heb, is dat ze doen alsof de elpee de mooiste geluidsdrager aller tijden is. Dat bestrijd ik. Sinds de fonograaf van Edison is technisch alles steeds beter geworden. Laat ik het zo zeggen: de elpee was een prachtig medium tussen de 78-toerenplaat en de cd in. Ik ben zelf natuurlijk ook met vinyl begonnen. Dat was rond 1970. Ik had, zoals al mijn leeftijdgenoten, een transistorradio. De zomerhit was In the summertime. Dat nummer werd zo vaak gedraaid dat ik er doodziek van werd. Toen heb ik mijn radio in de sloot gedumpt en ben elpees gaan kopen. Door de jaren heen ben ik blijven verzamelen. Ik heb nu tienduizend elpees, tienduizend cd’s en tweeduizend 78-toerenplaten.
In het begin van de cd was de kwaliteit van de muziek beter dan die op de elpee. Dat is later veranderd omdat de cd-maatschappijen steeds meer compressie gingen toepassen. Dat is een technisch verhaal maar het komt erop neer dat je het verschil tussen hard en zacht kleiner maakt. Dat is commercieel interessant maar het gaat ten koste van de dynamiek en vermindert de kwaliteit van de muziek. Dat ligt dus niet aan de cd maar aan de uitgevers. De gemiddelde consument hoort dat nauwelijks maar de ware liefhebber wendt zich daardoor tot het vinyl.
Daar komt nog wel iets bij: de romantiek. Tegenwoordig met muziek via i-tunes en MP3 heb je niks tastbaars meer. Bij de cd heb je een doosje en een boekje maar bij de elpee houd je de muziek bijna fysiek vast. Je zet zo’n plaat bewuster op en beluistert de muziek ook nog vaak met de hoes in handen. Dat versterkt de beleving.’