Over onaangename mensen

ARGUS nr. 49/5 maart 2019

Het beest van Harkstede

Mijn eerste redactiechef – begin jaren zeventig bij een klein dagblad in Hollands Midden – was een onaangenaam mens. Hij was kortaf, opvliegend en ongeduldig. Het was zijn gewoonte om ’s ochtends bij ons, leerling-journalisten, zwijgend een bloknootvelletje op het bureau te laten dwarrelen waar een of twee trefwoorden op waren gekrabbeld. Daaruit moesten we opmaken waar we die dag geacht werden achteraan te gaan. Diep zuchtend verliet hij dan de redactie met onbekende bestemming. Wat hij allemaal uitspookte weet ik niet maar wel dat menigeen een appeltje met hem te schillen had. Zoals een mevrouw De Koning. Zij belde regelmatig naar de redactie en vroeg naar hem. Als hij er niet was (“Als mevrouw De Koning belt, ben ik er niet”) vroeg ze uiterst beleefd of wij de boodschap aan hem wilden overbrengen dat hij zijn onderbroek bij haar had laten liggen.
De man had kind noch kraai en zwierf bij nacht en ontij met de politieradio op scherp door het verschijningsgebied van de krant in de hoop op sensatie. Soms werd zijn dubieuze ijver beloond. Zoals op die zomeravond in 1974 toen in Ter Aar het stoffelijk overschot werd gevonden van een met zestien messteken toegetakelde verpleegster. Toen daarover de eerste meldingen over de politieradio kraakten, snelde mijn chef naar de plaats delict die niet ver af lag van een psychiatrische inrichting. Terug op de redactie telde hij, nog juist voor de deadline, beide feiten bij elkaar op en kopte: ‘Gestoorde vermoordt vrouw’. Toen ik protesteerde, voorzichtig want ik moest mijn plaats kennen, was zijn reactie: “Iemand die een vrouw vermoordt is sowieso gestoord.” Tja.
Overigens kreeg hij achteraf gelijk want de dader bleek de toen 33-jarige eveneens in Ter Aar woonachtige psychopaat Willem van E. te zijn. De politie wist hem snel in te rekenen, waarna onderzoek uitwees dat hij eerder ook al een vijftienjarig meisje had gedood. Voor die twee moorden zat hij vijftien jaar achter de tralies. Gepoogd werd hem te behandelen in een tbs-kliniek maar daar kwam weinig van terecht omdat hij elke medewerking weigerde. Na zijn vrijlating in 1990 verhuisde Van E. naar het Groningse dorp Harkstede en begon daar pas echt een carrière als massamoordenaar. Hij werd in 2001 opnieuw gepakt op verdenking van de moord op maar liefst acht vrouwen, allemaal prostituees die werkzaam waren in de stad Groningen. Van E., die door zijn gruweldaden bekend werd als ‘het beest van Harkstede’ bekende uiteindelijk drie van die vrouwen van het leven te hebben beroofd. In 2002 werd hij daarvoor veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf.