Over de paradox van de openheid

ARGUS nr. 46/22 januari 2019

Het glazen huis van Tommy Wieringa

Als we merken dat onze privacy wordt bedreigd, slaan we massaal op tilt. Er ontstaat een hoop ophef als Facebook misbruik maakt van persoonlijke gegevens, als er een ‘Sleepwet’ komt die inlichtingendiensten de bevoegdheid geeft gevoelige informatie over burgers te verzamelen en als de kans bestaat dat een elektronisch patiëntendossier weleens door een onbevoegde kan worden ingezien. Maar waarom horen we dan zo weinig over SyRI?

Systeem Risico Indicatie (SyRI) is een methode om fraude op te sporen door het op grote schaal koppelen en analyseren van persoonsgegevens uit de databanken van overheden en semi-overheidsinstellingen. Mensen geven veel informatie over zichzelf aan allerlei instanties. Met SyRI kan de overheid die gegevens gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor ze zijn afgestaan. Met een geheim algoritme wordt voorspeld wie weleens frauduleus zou kunnen handelen.

“Een willekeurige ambtenaar kan ongegeneerd bij mij naar binnen gluren. Alsof mijn huis van glas is”, zegt schrijver Tommy Wieringa, die ambassadeur is van het verzet tegen SyRI. Terwijl de brave burger rustig slaapt, kunnen inderdaad zijn gegevens op het gebied van arbeid, huisvesting, financiën, uitkeringen, pensioenen, belastingen, schulden, opgelegde boetes en gebruik van water en energie met één druk op de kop naar boven worden gehaald. Niet duidelijk is hoe die data worden onderzocht, welke conclusies daaruit worden getrokken en wanneer de onderzochte persoon als risicofactor wordt bestempeld.
Minister Asscher van Sociale Zaken legde SyRI in 2014 vast in een wet. Tegen het advies van de Raad van State in, die oordeelde dat het hier gaat om ‘een vergaande beperking van de persoonlijke levenssfeer.’ Het parlement deed er desondanks niet moeilijk over.

Maatschappelijke organisaties, waaronder het Platform Bescherming Burgerrechten, de FNV, de Landelijke Cliëntenraad en de Stichting Privacy First, raakten gealarmeerd en vormden een coalitie, die de staat voor de rechter sleept met als doel SyRI een halt toe te roepen. Op persoonlijke titel hebben zich ook Tommy Wieringa en de filosoof en publicist Maxim Februari bij de eisers gevoegd. Medio dit jaar buigt de rechtbank in Den Haag zich over de zaak. Voorzitter Tijmen Wisman van het Platform Bescherming Burgerrechten denkt dat de coalitie sterk staat: “Er is tijdens het wetgevingsproces niet geluisterd naar de fundamentele kritiek van de Autoriteit Persoonsgegevens en de Raad van State. Het wordt hoog tijd dat een rechter daar een kritisch oordeel over velt.”

De samenwerkende organisaties, die de website ‘Bijvoorbaatverdacht.nl’ in het leven hebben geroepen, zien SyRI als een bedreiging voor de rechtsstaat. Zij vinden dat het systeem fundamentele rechten schendt en de vertrouwensrelatie tussen overheid en burgers ondermijnt. Immers, de overheid kan informatie zonder concrete aanleiding op heimelijke wijze tegen mensen gebruiken. Wieringa: “Ambtenaren vinden dat datamonster een prachtig instrument. Ik noem het een gruwelijk beeld van een wantrouwige overheid.”

Maxim Februari sprak bij de oprichting van de coalitie begin vorig jaar over ‘de paradox van de openheid’: “Waar de burger door SyRI steeds transparanter wordt voor de staat, gaat de staat steeds heimelijker te werk voor haar burgers. Het gaat lijken op een verhoorkamer: de staat bekijkt de burger vanachter spiegelglas en de burger weet niet dat hij wordt bekeken.”
De FNV doet mee aan het verzet omdat de overheid gebruik maakt van persoonsgegevens die voor heel andere doeleinden zijn afgestaan. Vicevoorzitter Kitty Jong: “Een schimmige en zorgelijke zaak en een grote inbreuk op de privacy van burgers”.
Tommy Wieringa vindt dat de coalitie in feite de controlerende rol van de Tweede Kamer overneemt want die heeft in zijn ogen jammerlijk gefaald. “Er is in het parlement zelfs niet gediscussieerd over SyRi. Het was een hamerstuk. Dat is onbegrijpelijk, zeker na de ernstige kritiek van de Raad van State.”

Ondanks het verzet van de maatschappelijke organisaties is het uiterst stil rond SyRI. Van publieke verontwaardiging is geen sprake. Dat komt volgens Wieringa omdat je niets hoort, ziet of voelt van SyRI. “Mensen raken gealarmeerd door geritsel in de bosjes. Hier ritselt niets.”