Over roodwangen en geelbuiken

Argus nr. 140 7 december 2020

Kleine schildpadjes worden groot (en oud)

Schattig hoor, die schildpadjes ter grootte van een 2-euromunt. Voor een prikkie kon je ze kopen in de dierenwinkel of op de markt. Op de kermis werden ze weggegeven als prijs. Maar kleine schildpadjes worden groot. En oud, soms wel veertig jaar. Dat vonden veel baasjes wel wat erg lang. Goede raad was niet zo duur: we zetten ze wel lekker buiten, bij een sloot of een vijver. Zo zijn naar schatting in Nederland tweehonderdduizend schildpadden gedumpt in de natuur. Waar ze de flora en fauna verstoren en langzaam (daar kunnen ze wel zeven jaar over doen) verhongeren door verkeerd voedsel en ongeschikte leefomstandigheden.
Het gaat hier om de roodwang-, geelwang- en geelbuikschildpadden. Omdat ze bij ons zo grif van de hand gingen, werden ze tot enkele tientallen jaren geleden massaal geïmporteerd vanuit hun natuurlijke habitat in het zuiden van de Verenigde Staten en Mexico. Zo massaal dat ze daar zo ongeveer zijn uitgestorven terwijl we er hier als het ware over struikelen. In 2016 is het fokken, vervoeren en verhandelen van de schildpadden internationaal verboden. Alleen eigenaren van de dieren die ze voor die tijd al hadden, mogen ze nog houden.

De organisatie Faunawatch, tien jaar geleden opgericht door het Limburgse gezin Huijsmans (vader Gaston, zoon Tim en dochter Ivi), trekt zich het lot van de reptielen aan en opende deze herfst een schildpaddenopvang op het terrein van de instelling voor geestelijke gezondheidszorg Mondriaan in Maastricht. ”We zijn lang niet de enige in Nederland maar wel een van de grootste”, vertelt Gaston Huijsmans. “We hebben hier een stuk grond van 660 vierkante meter. Daar kunnen we in zes vijvers met 150.000 liter water vijfhonderd schildpadden houden. Dat is weinig op een paar honderdduizend zwervende exemplaren maar elk dier dat we redden is meegenomen. Bovendien krijgen we veel schildpadden aangeboden die niet gezond zijn. Die zijn bijvoorbeeld in te kleine aquaria gehuisvest geweest en daardoor zijn hun organen niet goed ontwikkeld. Ook zijn er dieren die door een tekort aan UV-licht een poreus schild hebben gekregen; soms kun je dat als een spons met een vinger indrukken. Zulke schildpadden hebben slechte overlevingskansen en maken daardoor plaats voor nieuwe soortgenoten.”
In ruim een maand tijd heeft Faunawatch al 138 schildpadden opgenomen.  De organisatie werkt met vrijwilligers en financiert haar projecten, waaronder de schildpaddenopvang, met donaties en subsidies. Ook kunnen mensen een schildpad op afstand adopteren tegen een beperkt bedrag per maand. Dat doen veel eigenaren die hun dier bij de opvang aanbieden
Op lange termijn lost het schildpaddenprobleem in Nederland zich volgens Huijsmans vanzelf op: “De vrouwtjes leggen eieren maar die komen pas uit als het zes weken aaneen minimaal dertig graden is. Dat is voorlopig bij ons nog niet het geval.”