Ergens halverwege 1979 nam de toenmalige voorzitter van de Federatie Bouw- en Houtbonden een ijzersterke beslissing. Hij nam mij in dienst.
Net als nu was de FNV ‘in beweging’. De bonden van het (socialistische) NVV en het (katholieke) NKV zaten midden in een fusieproces. De vakcentrales waren al ineengeschoven; bij de bonden was die ontwikkeling volop gaande. Bij de bouwbonden was als tussenstap een federatie gevormd van NVV en NKV. Oorspronkelijk gehuisvest in respectievelijk Amsterdam en Utrecht waren ze gaan samenwonen in Woerden. Voor mijn sollicitatiegesprek werd ik uitgenodigd aan de Houttuinlaan 3.
Om geen gezeur te krijgen over de vraag welke van de twee bonden de voorzitter van de federatie mocht leveren, was er een jaarlijks wisselend voorzitterschap. Het ene jaar fungeerde Bram Buys van de Bouwbond NVV als voorzitter; het andere jaar Leo Brouwer van de Bouw- en Houtbond NKV. Bij deze laatste mocht ik in 1979 mijn kwaliteiten toelichten. Ik wist hem te overtuigen.
Wat ik toen nog niet wist, was dat Brouwer één van de stuwende krachten was achter het fusieproces. Hij was de verdeeldheid en de versnippering van de vakbeweging beu en had in eigen NKV-kringen al lang aangedrongen op nauwe samenwerking. Hij had zelfs ooit gedreigd als bouwbond uit het NKV te stappen als er op dat gebied geen vorderingen werden gemaakt. Zover kwam het niet. Langzamerhand lukte het hem en zijn medestanders de geesten rijp te maken voor een toenadering tot de andere vakcentrales. Toen uiteindelijk de bouwbonden op 1 januari 1982 fuseerden en de Federatie Bouw- en Houtbonden plaatsmaakte voor de Bouw- en Houtbond FNV, beschouwde hij zijn missie als volbracht en ging hij met pensioen.
In het bondsmagazine heb ik in de loop van tientallen jaren vaak melding moeten maken van het overlijden van oud-vakbondsfunctionarissen. Ik ben er altijd van uitgegaan dat ik ook ooit zou moeten berichten over de dood van Leo Brouwer. Maar toen ik vorige zomer afscheid nam van de bond, was dat – gelukkig voor hem – nog niet gebeurd. Dat zou er dus nooit meer van komen.
Bijna een jaar na mijn vertrek, werd mij gevraagd om ‘wegens omstandigheden’ een deel van mijn oude taken parttime weer op te pakken. Ik was daar nog niet mee begonnen of ik hoorde dat Leo Brouwer was gestorven. Hij was 92 jaar geworden. Eén van de eerste teksten die ik schreef voor de magazines toen ik weer achter mijn oude bureau zat, was een kort in memoriam voor mijn eerste voorzitter. Ik vond dat wel iets passends hebben omdat het welbeschouwd aan hem te danken is dat ik hier nu (weer) zit.
Juli 2013