Voor het block

“Leve de man die het bier uitvond!”, zong het jolige Cocktail Trio in de jaren zestig. Wie ze daarbij precies op het oog hadden weet ik niet maar in elk geval niet de Duitse chirurg August Karl Gustav Bier (1861 – 1949). Die brouwde heel wat anders. Door een vervelende blessure maakte ik op 1 april uitgebreid kennis met zijn uitvinding.

Een opstandige slijmbeurs in mijn rechterelleboog maakte me al maanden het leven zuur. Badmintonnen ging al niet meer sinds november en ook de meer huiselijke sporten, zoals ik ze hier maar even noem, zijn lastig als je niet op je elleboog kunt steunen. De huisarts gooide er een stevige antibioticakuur tegenaan. En toen dat niet hielp, stuurde ze me naar het ziekenhuis om het kreng operatief te laten verwijderen. Onder volledige narcose hoefde niet, zei de anesthesist bij wie ik me vooraf moest melden. Voor de pijnbestrijding zou ik tijdens de operatie een Bier’s block krijgen.

Het principe van de door Bier bedachte methode is heel eenvoudig. Om de arm te kunnen verdoven, wordt die eerst bloedvrij gemaakt en daarna bovenaan afgebonden. Het bloed kan er niet in terug en de verdovingsvloeistof die vervolgens in de arm wordt gespoten, kan niet verder het lichaam in.

Die 1e april viel ik op de afdeling anesthesie, het voorportaal van de operatiekamer, in handen van zuster Linda, midden dertig, aan de kleine kant en iets gezet, in donkerblauwe kiel en broek en met een weinig flatteuze muts op het hoofd. Zij begon met het prikken en vastzetten van infuusingangen in de aders op de rug van mijn beide handen. Daarna legde ze een opblaasbare manchet, een soort dubbele fietsbinnenband, om mijn rechter bovenarm. De anesthesist, die er vervolgens werd bijgehaald, wikkelde een breed lint strak om mijn arm, van mijn vingertoppen tot aan de fietsband. Daarmee perste ze alle bloed uit de arm, die lijkwit werd en langzaam begon af te sterven. De band werd krachtig opgepompt, waardoor de arm voor alle in- en uitgaande vloeistof werd afgesloten. De anesthesist spoot twee buizen kleurloos verdovingsmiddel door de infuusopening in de bloedbaan.

Na vijf minuten was mijn arm al niet meer van mij. Ik kon hem niet bewegen en hij lag als een vreemd voorwerp naast me op het laken terwijl ik naar de operatiekamer werd gereden. “OK 1. Onze nieuwste en mooiste”, prees zuster Jennifer, de anesthesieassistent, die me van Linda had overgenomen. Ik bofte maar. Daarbij was Jennifer ook nog eens leuk om te zien. Dat idee baseerde ik op haar stem want onder haar muts verborg een mondkapje het grootste deel van haar gezicht. In de operatiekamer stond de snijdcrew gereed en, nadat er een soort blauwe tent om me heen was gebouwd, voelde ik de chirurg de incisie maken en even later in mijn elleboog wroeten, terwijl hij zijn assistente om ‘een stevige pincet’ vroeg. Een vreemde gewaarwording maar pijn deed het niet. Een half uurtje later liet zuster Wendy van de ‘recovery’, blond, slank, ook in het blauw maar gelukkig zonder maskerade, de fietsband leeglopen en keerde het gevoel in mijn arm langzaam terug.

Operatie Slijmbeurs geslaagd, mede dankzij August Bier. Het deed me dan ook deugd om later op Wikipedia te lezen dat hij voor zijn baanbrekend werk voor de anesthesie in 1937 werd onderscheiden. Hij kreeg de Duitse Staatsprijs voor Kunst en Wetenschap. Dat was een alternatief voor de ‘verderfelijke’ Nobelprijs, ingesteld door Adolf Hitler. Zum Wohl, Herr Doktor Bier!

April 2014